Historie Zilveren Kloot

De eerste wedstrijd om de zilveren kloot vond plaats in Arnhem, op 4 september 1919. In het kader van de viering van het Vaderlands Historisch Volksfeest zouden de beste klootschieters uit Twente om de zilveren kloot strijden. Als scheidslijn tussen Noord en Zuid-Twente gold het Almelo Nordhorn kanaal, en de eerste wedstrijd om de zilveren kloot, ter beschikking gesteld door J.J. van Deinse, werd gewonnen door Noord.

Hoewel werd afgesproken de wedstrijd tot een jaarlijks terugkerend gebeuren te maken, had dit veel voeten in de aarde, want de tweede wedstrijd om de zilveren kloot, op 13 maart 1920 in het Fleringerveld werd gestaakt, en het duurde tot 1927 voordat de onenigheid tussen Noord en Zuid was bijgelegd, en beide partijen weer tegen elkaar in het strijdperk traden.

Hierna werd tot 1947 nog enkele malen tegen elkaar geschoten, maar pas vanaf 1971 kreeg de wedstrijd een echt jaarlijks terugkerend karakter.
De originele zilveren kloot was inmiddels spoorloos, maar G.J.J. Luttikhuis sr. , had, als eigenaar van de Haarlerheide baan en groot liefhebber van de klootschietsport , een replica laten maken, en om deze wisseltrofee is vanaf 1947 gestreden.

Ook in ere hersteld werden de tradities die behoorden bij de legendarische strijd om de zilveren kloot; 25 klootschieters uit Noord, en 25 klootschieters uit Zuid , met ieder 2 schot, treden op de eerste zondag van september op de Haarlerhei in Reutum tegen elkaar in het strijdperk. 

De wedstrijd wordt geopend met de volgende historische woorden:                                                          

Keerls in t veld,het beus oet,
 De baan los,de veuropscheeters

 Achter’n stok, buut’n kloot en

 Smiet’m zo wiet aj kont, want

Dat is
klootscheeten!”

Na afloop wordt de oetdagingskloot opgehangen an’t hoald door de veuropscheeter van de verliezende partij , de winnaar leest de uitdagingsbrief voor en vraagt zijn teamgenoten of ze de uitdaging voor volgend jaar aannemen: “Bint ieleu daormet inverstoan?”

Inmiddels was ook de originele zilveren kloot uit 1919 weer boven water gekomen, nadat hij jarenlang spoorloos was geweest. Als zoon van de schenker van de replica van 1947, en als vertegenwoordiger van de fam. Luttikhuis in het Comité van de zilveren kloot , kreeg Gerard Luttikhuis jr. de originele zilveren kloot in bewaring.

Na zijn overlijden in mei 2006 is zijn taak overgenomen door zijn zoon, en inmiddels is besloten de originele zilveren kloot een permanente plek te geven in een fraaie vitrine in cafe De Molenberg te Reutum.

De jaren '30
De Zilveren Kloot, in onderlinge wedstrijden in Noord-Twente verschoten, heeft nooit die belangstelling gekend van de jaren twintig.
Natuurlijk ontbrak er de tegenstelling Noord - Zuid, waarbij het chauvinisme ook een rol speelde.
Het ging er op lijken dat een gebrek aan belangstelling wel eens de spelbreker kon worden. Volgens insiders lag dit ten grondslag aan de groeiende belangstelling voor het voetbal in die tijd. Het klootschieten en dus ook de Zilveren Kloot, kreeg daardoor minder aandacht.

In 1933 was de veuropscheeter van Noord H. Ikink. Een aantal jaren actereen mocht hij in die hoedanigheid de Zilveren Kloot bewaren.
Een berichtje in de Twentsche Courant vermeldde dat wie driemaal winnaar was, eigenaar werd van... jawel de Zilveren Kloot!
Waar dit bericht vandaan kwam, is nooit duidelijk geworden. Duidelijk is wel dat de Zilveren Kloot jarenlang in de boerschap Noordik van Reutum bleef. (niet te verwarren met Noord-Twente)

Al vóór, maar vooral na de Tweede Wereldoorlog zijn er diverse pogingen gedaan om hem weer voor wedstrijden in te kunnen zetten.
Berichtgeving in de kranten waren bij herhaling minder vleiend van toon. Dat datgene die als veuropscheeter namens zijn achterban de taak had de Zilveren Kloot onder zijn hoede te nemen en dit dan ook deed, zich in die situatie (terecht) in zijn eer voelde aangetast, valt zeer goed te begrijpen.
Personen schaden, personen kwetsen is ongepast en zeker als het via de krant gaat. Maar laten we eerlijk zijn: dat ruzie-achtige hoort als het ware bij het klootschieten.

In 1936 informeerde de voorzitter van de Oudheidkamer Twente bij de N.K.F., waar toch de Zilveren Kloot zich bevond. persoonlijk vervoegde hij zich bij het opgegeven adres, maar zijn pogingen om de terug te krijgen mislukten.
"De Zilveren Kloot", zo schreef J.J. van Deinse in 1939," is naar aanleiding van het folklorisch feest in 1919 in Arnhem door de vereniging Oudheidkamer Twente uitgeloofd voor de strijd tussen de klootschieters van Noord en Zuid-Twente; dat er ieder jaar weer om dit ereteken zou worden gestreden!"
Dit is tot op heden niet geschied, hoewel het toch zeker de wens van de schenker is geweest. In de oorlogsjaren wordt er niet over de kwestie Zilveren Kloot gesproken. Men had andere zorgen. Maar daarna werd er door prominente figuren als Zwaferink en Hollink van Zuid, en Luttikhuis van Noord gewerkt aan een hernieuwd elan voor het klootschieten, waarbij ook De Zilveren Kloot weer in het veld moest worden gebracht.

Een vervangend exemplaar
Pogingen om in die jaren de originele kloot opnieuw in te zetten, mislukten. Er lag een conflict dat alleen met veel tact kon worden opgelost en dat vroeg om geduld. Onder die omstandigheden stelde G.J.J. Luttikhuis, eigenaar van "de nieuwe Haarlerheide", die hij al voor de oorlog, toen de oude baan ten prooi viel aan de ontginningsdrift voor de oude sport bestemd had, in 1947 een "tweede Zilveren Kloot" beschikbaar.
De daarbij behorende tekst en spreuk die als geen andere de oude sport in Twente in beeld brengt en promoot.:
"Nen flinken schöt oet fiksen hand
Laot soesen den kloot in 't Twenteland

Op 20 september 1947 werd de nieuwe Zilveren Kloot aan vertegenwoordigers van Noord en Zuid overhandigd. De wedstrijd kon nu weer jaarlijks plaatsvinden en wel steeds op de Haarlerheide, wat overigens ook de bedoeling was van de schenker. Bij de opening van de daarna op 26 oktober gehouden wedstrijd benadrukte G.J.J. Luttikhuis dat de afspraak van 1919 nog steeds van kracht bleef en dat het nu ook om een wisseltrofee ging. Nooit zou iemand of enige partij zich daarvan eigenaar kunnen noemen.
Een van de grote leiders in de klootschietwereld, G.J. Hollink uit Oldenzaal, zegt het bij die gelegenheid zo: "Het gaat niet om het hèbben van de Zilveren Kloot", maar het is zo mooi dat er jaarlijks tussen Noord- en Zuid-Twente een treffen plaats vind op steeds dezelfde plek, waarbij heel Twenteland geïnteresseerd is."
Sprak J. van Deinse bij het eerste conflict in 1920 niet in dezelfde geest?

Het nieuwe elan
Vanaf 1947 tot en met 1949 werd er regelmatig geschoten. De belangstelling voor de strijd was terug. Noord werd echter driemaal achtereen winnaar, terwijl een wisselend leiderschap toch eingelijk de beste gangmaker is voor een jaarlijkse strijd.
Voor de volgende wedstrijd, in 1950, verlangde Zuid een kloot van 22 cm. omvang en een gewicht van 175 gram. Kennelijk bedoeld om het de slingeraars wat moeilijker te maken. Op 24 oktober won Zuid dan ook met een voorsprong van 20 meter. Noord verlangde direct na de nederlaag verandering in grootte en gewicht van de kloot.
In de jaren 1951, 1952 en 1953 waren er wegens verschil van mening over de omvang en het gewicht van de kloot geen wedstrijden.
Maar op 28 april 1954 werd er in café Luttikhuis te Reutum besloten de afspraak van 1924; een kloot van 20 cm. omtrek en een gewicht van 200 gram, weer te doen gelden. In mei was er dan ook weer zo'n merkwaardige wedstrijd. Zeer spannend en met grote publieke belangstelling. Als er ooit fair is gestreden, dan was het wel tijdens deze wedstrijd. Bij de uitreiking van de wisselprijs werd door G.J.J. Luttikhuis nadrukkelijk gesteld dat de verliezende partij daarin een groot aandeel had gehad.
Het was jammer dat in 1955 de wedstrijd niet kon doorgaan. Men kon het niet eens worden over de maat en het gewicht van de kloot. Noord wilde een kloot met een omvang van 18cm. zoals van Deinse had voorgesteld. Toch lukte het om de wedstrijd op 26 september 1965 te houden.
De op 17 februari 1957 geplande wedstrijd werd wegens slecht weer afgelast. Noord won een vervangende wedstrijd met veteranen dat jaar. In 1958 won Zuid na een zeer sportieve ontmoeting. Bij de overhandiging zie de voorzitter van Noord met veel plezier de Zilveren Kloot voor een jaar aan Zuid te gunnen, omdat er weer een fijne wedstrijd was geweest. De heer Zwaferink wees in zijn toespraak nog eens op de morele plicht van de klootschieters om hun oude sport hoog te houden. Achteraf bleken dit de laatste woorden te zijn die hij tot de liefhebbers van de Zilveren Kloot had gesproken. Op 24 februari 1959 overleed hij.

Twentse klootschieters eren Bernard Zwaferink
Ter nagedachtenis aan Bernard Zwaferink werd op initiatief van de T.K.B.(voorheen ODA) een monument opgericht op de Haarlerheide. In aanwezigheid van vele klootschieters van Noord- en Zuid-Twente en een grote schare supporters werd de gedenksteen onthuld. De steen werd beschikbaar gesteld door G.J.J. Luttikhuis. Namens de klootschieters, maar speciaal namens Noord-Twente voerde hij het woord. Hij zei verheugd te kunnen zijn dat door deze steen, uit het Haarlerveld zelf, hier voor altijd de verbondenheid aan Bernard Zwaferink met de Haarlerheide tot uitdrukking wordt gebracht.

Toepasselijk voor tijden van verslapte "strijdlust"is wel het volgende gedicht van hem.

"Twentse klootscheeters hoolt oe vast, veural in dissen tied
dat oons de moderne sport nich oonder de veute krig
't Twentse volk is een klootscheetersvolk;
want was het klootscheeten aan de kaant
dat was een schaan veur oons Twentelaand"


De Zilveren Kloot ligt stil...
Helaas kwam er weer een kink in de kabel, zodat de wedstrijd in 1962 geen doorgan kon vinden. Ook de jaren erna, na veel gesprekken werden er tot 1969 geen wedstrijden georganiseerd. Op 9 januari 1969 verscheen er een oproep in de Twentsche Courant voor een wedstrijd om de Zilveren Kloot. Degene die in het bezit was van de Zilveren Kloot diende zich in verbinding te stellen met G.J.J. Luttikhuis, voorzitter van Noord-Twente. Ongeveer een paar jaar later kon worden besloten de wedstrijd om de Zilveren Kloot te houden op 12 september 1971. Het was toen tien jaar geleden dat er voor het laatst om werd geschoten.
Tegelijkertijd zou er een onthulling plaats vinden van het monument ter nagedachtenis aan G.J.J. Luttikhuis. De Twentse Klootschieters hadden het initiatief genomen een gedenksteen op de Haarlerheide op te richten ter nagedachtenis  aan de heer G.J.J. Luttikhuis, voorzitter van Noord, eigenaar van de baan en schenker van de tweede Zilveren Kloot.
Burgermeester L.P.H. Schepers van Tubbergen onthulde de fraaie zwerfkei met inscriptie onder grote publieke belangstelling van familie, vrienden eb vele klootschieters. Na de onthulling werd er weer geschoten om de Zilveren Kloot, waarvan Zuid zich winnaar mocht noemen.

Wat er veranderde
Gelukkig hadden Noord en Zuid elkaar weer gevonden en het een en ander rond gekregen. De afspraken van 24 september 1971 werden schriftelijk vastgelegd en beide commissies konden erover beschikken.
Steeds zou er een jaar van te voren bepaald worden waar en wanneer de selectie-wedstrijden zouden zijn.
De officiële ontmoeting zou elk jaar gepland worden in het begin van september. later werd de eerste zondag van die maand als definitieve wedstrijddag gekozen, met een vast tijdstip van aanvang.
Eeen aantrekkelijk punt was dat zowel onderarms schieten als slingeren werden toegestaan.
De klootomvang zou dus geen probleem meer opleveren.
Mits werd deelgenomen aan de selectie kon iedereen, georganiseerd of niet, kogelwerper of klootschieter tot deelname worden toegelaten.
Wat echter niet veranderde, was het ritueel rond de wedstrijd; men wilde de wedstrijd in zijn oude vorm handhaven en dus het zuivere spel beoefenen volgens de oude traditie.
Onafgebroken is er sinds 1971 geschoten. Problemen zij er sinsdien nauwelijks nog geweest. De belangstelling was in sommige jaren erg groot, vooral als er beurtelings een andere winnaar verwacht kon worden. Noord presteerde het om driemaal achtereen winnaar te worden in 1974, 1975 en 1976, maar zuid bleek vanaf 1991 vijfmaal de sterkste.

Zondag 2 september 1979; 60 jaar de Zilveren Kloot
Op deze dag kon men spreken van het 60-jarig bestaan van de Zilveren Kloot. De herinering aan 1919 werd vooral levendig doordat nog 11 "oude" klootschieters, die in de wedstrijd te Arnhem hadden meegeschoten, begroet konden worden in café-restaurant De Molenberg.
Het hoogtepunt van de viering van dit jubileum was dus wel de huldiging van deze pioniers en spelmakers die het klootschieten kleur hadden gegeven. Door diverse sprekers werden ze in het zonnetje gezet en om hun verdiensten geprezen.
Het ging hierbij om de volgende spelers; B. Veldhuis, H. Groothuis, J. Oude Hesselink, J. Groeneveld, J. Volmerink, H. Leferink, J. Blankenvoort, J. Mensen, H. Maseland, J. Veldhuis en H. Nijhuis.

De "oetdagingskloot" in ere hersteld - 1982
"Hang op den kloot, dan wod er stred'n
oons oale spel oet 't gries verled'n"

Woorden die duidelijk weergeven waarvoor deze kloot dient. Jarenlang was het de traditie om een kloot versierd met rode linten op te hangen aan het hoal bij het losse veur op de deel van de boerderij van de veuropscheeter, met de bedoeling deze met zijn mannen voor een wedstrijd uit te dagen.
De begeleidende brief werd dan voorgelezen en als men de gestelde voorwaarden accepteerde, werd de kloot eraf getrokken.
In 1982 stelde G. Luttikhuis jr. aan het comité en de beide commissies van Noord en Zuid voor om dit gebruik in ere te herstellen bij de uitreiking van de Zilveren Kloot. Van de heer Poorthuis uit Losser ontving hij een fraai versierde kloot met de bijbehorende brief.
De "veuropscheeter" van de verliezende partij hangt de kloot op, de winnaar leest de brief voor en stelt de stereotiepe vraag: "Bin ie leu doar met inverstoan?" Het volgende jaar heeft de uitdager de taak de wedstrijd te openen met het eerste schot.

Een opmerkelijke wedstrijd
Op 25 juni 1983 werd er ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Arnhem, in de omgeving van de Deelenseweg waar in 1919 de legendarische ontmoeting plaats vond van de klootschieters van Noord- en Zuid-Twente de grote strijd om de Zilveren Kloot - een wedstrijd georganiseerd tussen Noord en Zuid.
De grote animator hiervan was Jan Eertman uit Reutum. Zijn kontacten met de gemeentelijke sportcommissie leidden er zelfs toe dat burgermeester Drijber de wedstrijd opende.
Evenals in 1919 toonde Noord zich weer de beste, hoewel de eigenlijke wedstrijd om de Zilveren Kloot in september werd gewonnen door Zuid.

3 september 1989; 70 jaar Zilveren Kloot
Het was een goede gedachte om de viering van het 75-jarig bestaan van de Zilveren Kloot vij jaar eerder te houden. Nu immers waren nog enkele van de 11 schutters van 1919 in leven. Uitgebreid werd er dus aandacht aan hen besteed.
Officieel werden de 4 nog levende oud-schutters begroet in café-restaurant "De Molenberg". Dit waren; J. Volmerink, J. Oude Hesselink, H. Groothuis en J. busscher.
De traditionele toespraken volgden. In een open landauer gereden door J. Luttikhuis, werden ze onder grote belangstelling van familie, vrienden, kennissen en vooral vele klootschieters naar de baan gebracht. Op de baan werden ze nogmaals toegesproken door de burgermeesters van Oldenzaal en Tubbergen.
na de wedstrijd , welke door Noord werd gewonnen met een voorsprong van twee schoten, werd nog een wedstrijdje gespeeld; ditmaal door Jans Oude Hesselink uit Saasveld (Zuid) en Harrie Groothuis uit Reutum (Noord), respectievelijk 90 en 87 jaar oud. Hoewel zij aan krachten natuurlijk hadden ingeboet, bleek de techniek nog volop aanwezig. Tot vreugde van de vele familieleden wist jans Oude Hesselink te winnen.

Bron: Klootschieten op en rond de Haarlerheide